Een paar weken geleden werd ‘onze’ Heksenboom verkozen tot boom van het jaar. Met 628 stemmen verschil versloegen we daarmee onze Rotterdamse concurrent, als gemeente van 20.000 inwoners. Een prachtige prestatie waar we trots op mogen zijn!
Onze reactie? Tsjah, het is toch ‘gewoon’ de Heksenboom. Nee, het is niet ‘gewoon’, het is de mooiste boom van Nederland! Dat ‘gewone’ lijkt soms een typische reactie voor ons: we hebben heel veel mooie dingen, maar we zien het niet, lopen er voorbij en hebben het er niet over. En dat mag van mij best anders!
We doen het goed.
We doen het landelijk gezien hartstikke goed in Bladel, en mensen van buiten zien dat gelukkig ook. Zo weten toeristen ons goed te vinden, en dat is niet omdat hier niets te doen is. We hebben leuke dorpskernen, een groene omgeving, goede horeca en mooie vakantieverblijven. Dat maakt onze ‘gewone’ regio bijzonder gewild bij dagjesmensen en vakantievierders.
Ook bedrijven vestigen zich graag binnen onze gemeente. Goede bereikbaarheid, de samenwerking met de andere Kempengemeenten en de Kempische ‘niet lullen maar poetsen’-arbeidsethos maken het ‘gewone’ Kempisch Bedrijvenpark bijzonder populair bij ondernemers en met recht een plek vol bedrijvigheid.
Maar ook voor de inwoners zelf zorgen we goed, bijvoorbeeld in het sociaal domein. Onze gemeente heeft een zeer laag aantal bijstandsuitkeringen ten opzichte van de rest van Nederland, we zijn economisch sterk en horen bij de slimste regio ter wereld. Bovendien houden we van aanpakken en hebben we een sterk wij-gevoel. Toch is het blijkbaar moeilijk om dat te zien en uit te dragen als je er zelf onderdeel van bent.
Van de torens tot de grafheuvels
Maar als je eens om je heen kijkt, zie je hoe bijzonder onze gemeente eigenlijk is. Wij hebben de Heksenboom, prachtige kerken en bijvoorbeeld de 600 jaar oude toren op het kerkhof in Bladel. Denk aan Hoogeloon met haar grafheuvels, restanten uit de Romeinse tijd of aan de Zwarte Berg, daar waar Kabouterkoning Kyrië gewoond zou hebben. Wist je dat het een rijksmonument is en één van de grootste en hoogste grafheuvels uit Nederland en België?
En vergeet ook niet de luchtwachttoren aan de Bossingel, een gemeentelijk monument uit 1952. Inmiddels zijn de bomen hoger dan het uitzichtpunt uit de Koude Oorlog, maar het blijft een bijzonder en uniek bouwwerk. Zo veel staan er namelijk niet meer in Nederland. En mensen van buitenaf zien dat wel, maar wij fietsen er vier keer per week voorbij op weg naar het voetbal alsof het niets is.
Blaalse wend of menselijke bescheidenheid.
Niets menselijks is echter ons vreemd, en zelf maak ik me er ook schuldig aan. Als je elke dag in aanraking komt met het bijzondere, dan merk je het niet meer op en wordt het bijzondere uiteindelijk gewoon. Net als de Heksenboom en het verhaal van Zwarte Kaat die er begraven zou liggen, waardoor de wortels nooit goed hebben kunnen groeien. Dat verhaal is alleen niet ‘bijzonder gewoon’, maar ‘gewoon bijzonder’.
Onze oer-Hollandse ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’- mentaliteit maakt bovendien al snel dat we onze trots niet van de daken schreeuwen. Ooit was dat anders. Ooit hadden de andere dorpskernen het nog wel eens over de ‘Blaalse Wend’. Dat de Bladelnaren altijd zouden laten zien hoe goed ze wel zijn. Dat is volgens mij echt iets van het verleden, want inmiddels lijken we dat wel afgeleerd.
Draag je trots uit.
We hebben dus veel mooie dingen en zaken om trots om te zijn, maar we zien het niet, zijn te bescheiden en promoten het te weinig. Volgens mij mogen we dat best wat meer doen: we zijn niet bijzonder gewoon, maar gewoon bijzonder!
Loop dus een keer als toerist door de omgeving, verbaas en verwonder je en ervaar op wat een mooie plek je woont. En draag het uit, zodat we samen Bladel nóg beter op de kaart kunnen zetten. En zodat mensen straks niet meer om de Heksenboom heen kunnen, maar ook niet om de rest van onze gemeente!
Met trotse groet,
Davy Jansen
Wethouder